Omdat schrijven niets is zonder schrijvers, start ik vandaag met een nieuw experiment. Het lijkt me wel fijn om één keer per maand het in deze blog te hebben over schrijvers. Wie zijn ze? Wat doen ze? En vooral hoe doen ze het?

Als eerste slachtoffer heb ik gekozen voor Stephen King. De enige reden daarvoor is dat ik recent zijn boek ’On writing – a memoires of the craft’ heb gekocht en gelezen. Ik dacht dat ik veel gelezen had van Stephen King maar blijkbaar kan ik me maar één boek echt herinneren en dat is ‘De Groene Mijl’ (uiteraard beter dan de film). Dat heeft wel echt indruk op mij gemaakt. Uiteindelijk blijkt volgens Wikipedia dat er meer dan 85 verhalen/boeken verschenen zijn van Stephen King. Niet mis is dat en dus zeker mogelijkheden om in de toekomst nog eens iets van hem te lezen want hij schrijft nog steeds. 

Over zijn leven

In het eerste en laatste deel van zijn boek ‘On writing’ uit 2000 vertelt hij over zijn eigen leven. Niet echt de focus van deze blog maar sommige dingen zijn wel interessant omdat dat leven wel iets kan vertellen over hem als schrijver. 

Hij is geboren in 1947 en groeide op bij zijn alleenstaande moeder (overleden op 59 jarige leeftijd) en oudere broer. In het begin van zijn huwelijk woonde hij met zijn vrouw in een ‘trailer’ (een soort caravan) en probeerden ze te overleven van een laag inkomen. Hij heeft altijd geschreven in schoolkrantjes, kortverhalen, enzovoort maar het duurde tot bij de verkoop van zijn eerste boek ‘Carrie’ in 1971 voor hij echt kon schrijven. En dan bedoel ik, stoppen met werken en voltijds schrijven. In een periode van meer dan 50 jaar heeft hij meer dan 85 boeken geschreven dat is meer dan 1,5 boeken per jaar, een mooi tempo… Maar dat heeft ook een prijs gehad, hij is meer dan 10 jaar verslaafd geweest aan alcohol en allerlei andere zaken. Dankzij zijn omgeving kwam hij er terug bovenop. 

Het laatste deel van zijn boek gaat over het ongeval dat hem overkwam eind jaren 90. Hij werd omvergereden, moest lang revalideren en verschillende operaties ondergaan. Tijdens die revalidatie werkte hij het boek ‘On Writing’ af.

Centraal in zijn leven staat dat schrijven altijd plezier moet zijn.

Telepathie, schrijven en lezen

Stephen King noemt het schrijven van boeken een soort telepathie: Als auteur zendt je jouw gedachten naar de lezer. Ik vind dat een heel leuke gedachte.

Eén van de belangrijkste voorwaarden om een goede schrijver te worden is volgens hem veel lezen. Hij leest zelf 70 tot 80 boeken per jaar. En ik volg hem vooral in het feit dat hij het niet ziet als ‘moeten lezen om te leren’ maar ‘lezen omdat je graag leest’. En dat heb ik ook helemaal, ik ga geen boeken analyseren terwijl ik aan het lezen ben. Bovendien focust hij niet alleen op fictie maar ook op non-fictie en dat is ook in deze blog zichtbaar: ik lees alles!

Voor Stephen King zijn er goede én slechte schrijvers. Hij vindt het even belangrijk om die laatste als die eerste te lezen. Door slechte schrijvers herken je sneller je eigen slechte schrijven. Bovendien kan het zeer motiverend zijn wanneer je denkt ‘dat kan ik beter’. Dit vond ik een interessante insteek en ik herken het wel. Niets zo leuk als een slecht boek lezen en denken ‘dat kan ik ook of zelfs beter’…

Hij spreekt van 5 tot 6 uur per dagen lezen en schrijven. Voor een fulltime schrijver lijkt me dat zeer haalbaar, maar ik denk dat een tweetal uur dag voor mij al een groot resultaat zou zijn.

Praktisch

Voor de auteur mag een eerste versie van een boek maximum 3 maanden duren. Daarom schrijft hij elke dag. Hij probeert iedere dag 2000 woorden te schrijven en pas daarna is zijn werkdag klaar. Dat is ook zijn advies aan nieuwe schrijvers, schrijf elke dag of toch minstens 6 dagen per week en schrijf elke dag 1000 woorden.

Ik vond dit wel een interessant idee. Even heb ik overwogen om mijn dag ook zo te plannen maar het lijkt gewoon niet haalbaar om iedere dag 1000 woorden in één van mijn boekprojecten te schrijven, naast het lezen en blogschrijven (en werken…). Maar misschien zijn 6000 woorden per week wel haalbaar. Een experimentje dus. Vanaf nu zal ik gedurende 4 weken elke week 6000 woorden proberen te schrijven in een boekproject. Dan zou ik tegen 6 maart 24.000 woorden moeten hebben. We zullen zien of dat lukt. Ik zal jullie hier meer over vertellen in een stand van zaken in mijn schrijfprojecten.

Tips om te schrijven

Stephen King geeft verschillende tips mee of dingen waar je als schrijver rekening mee moet houden. Ik som er een paar op waar ik zeker iets mee wil doen.  

Een belangrijke tip bij de beschrijvingen vond ik dat je enkel hetgeen dat eruit springt moet beschrijven. De lezer moet zelf het beeld afwerken. Iedereen weet hoe een huis eruit ziet. Je hoeft niet te zeggen dat het een voordeur heeft en een dak. Daarbij sluiten zijn tips rond het achtergrondverhaal aan. Het is achtergrond, dus je moet enkel die zaken vertellen die relevant zijn. Je hoeft niet alle details te beschrijven. Van de werking van een vliegtuig bijvoorbeeld moet je enkel die zaken vertellen die relevant zijn voor het verhaal. Het risico bestaat dat je zoveel onderzoek doet en zoveel weet over een bepaald onderwerp dat je dit allemaal in het verhaal wil schrijven. En dat is dus niet nodig.

Hijzelf probeert dat ook te realiseren via een tip dit hij zelf had gekregen van een redacteur: tweede versie = eerste versie -10%. Op die manier vertel je enkel datgene dat nuttig is voor het verhaal. 

Stephen King is dus een getalenteerde schrijver die veel schrijft en veel leest. En hij geniet vooral van het schrijven, het mag nooit een “moeten” zijn. Hij vindt ook elk deel van het proces, van eerste versie tot laatste revisie, fijn om te doen. Ik vond zijn tips zinvol en sommige ook direct bruikbaar. Als eerste experiment was deze blog een leerrijke kennismaking met Stephen King. Volgende schrijver George Orwel op 6 maart 2023.