Januari is een goede maand om na te denken over vakantie. Er is een bakje verlof gevuld aan het begin van het jaar waardoor weer alles mogelijk is. Tijd dus om te bekijken hoe we de vakantiedagen gaan spenderen. De eerste vraag die hierbij standaard opduikt is ‘Gaan we ergens naartoe?’. Op reis gaan is natuurlijk geen verplichting. Je kan ook thuis blijven en een boek lezen, een fijne hobby trouwens ;-). Ik wil dit jaar nog wel één of twee keer de wereld verkennen dus neem ik op deze experimentele woensdag de keuzes die we moeten maken door.

De definitie van een reis blijkt volgens Vandale.nl: het trekken van een plaats naar een andere. Een logische definitie lijkt me. Cruciaal hierin is locatie, locatie, locatie. Maar voordat daar een beslissing over kan vallen, zijn er nog een aantal andere vragen te beantwoorden: wanneer gaan we, hoeveel tijd hebben we, wat willen we er doen, enzovoort. Een keuzestressmomentje dreigt om de hoek. Tijd om dat in de kiem te smoren.

Wanneer reizen?

De periode van reizen speelt een belangrijke rol in het kiezen van een bestemming. Reizen in de winter kan op twee manieren, richting de kou of richting de zon. Ik persoonlijk heb het niet zo op de koude dus als ik zou reizen in de winter, dan verkies ik zonniger oorden. Voorlopig zijn wintervakanties niet mijn dada. Misschien dat ik later (als ik oud ben) wel ga overwinteren in een land met zon tijdens de koudere maanden. Maar voorlopig sla ik de winter over.

De zomer is natuurlijk de klassieke reisperiode. Het heeft verschillende voordelen: het is meestal goed weer, er zijn heel veel activiteiten te doen, op toeristische plekken is alles open, enzovoort. Maar het grote nadeel is dat iedereen dan ook op al die leuke plekken lijkt te zijn. Het gevolg hiervan is drukte en ik hou niet van drukte… Zomerse reizen doe ik dan ook alleen door de drukste plekken (zoals luchthavens) te vermijden. Maar dit jaar zullen we de zomer spenderen in het mooie Vlaamse land.

De herfst en de lente hebben ongeveer dezelfde voordelen. Er is hier en daar aangenaam weer te vinden, het is niet te druk en er zijn toch veel dingen mogelijk. De herfst lijkt me, net als de vroege lente, ideaal voor een citytrip. Enkele dagen ronddolen in een stad zonder dat iets moet, is voor mij één van de fijnste reisdingen die er zijn.

De lente heeft één voordeel tov de herfst en dat zijn de lange dagen. Dus in 2023 zal het verlof vooral gespendeerd worden in het voorjaar.

Hoeveel tijd hebben we om te reizen? 

Naast het moment van de reis maakt de duur van de reis ook wel een verschil om te bepalen waar je naartoe gaat. Eén week is niet genoeg om heel ver te reizen maar het is wel ideaal voor een reis naar een stad. We kiezen er altijd voor om lang genoeg in een stad te verblijven zodat we ook tijd hebben om iets te doen dat niet iedereen doet. Als je in Rome bent bijvoorbeeld, dan zijn er enkele klassieke trekpleisters die je moet gezien hebben zoals het Colosseum, het Pantheon, de Trevifontein, etc. Wanneer je dan maar 3 dagen ter plaatse bent, dan is de trip snel volgeboekt. Daarom gaan wij meestal een zestal dagen dan is er altijd één dag dat je niet goed weet wat doen en net op die dag vind je dan het onverwachte specialleke van de stad. 

Wanneer je twee of drie weken verlof hebt, dan is het niet zo erg als je een dag onderweg bent naar je eindbestemming. Ook als je bijvoorbeeld een rondreis wil doen, is het zinvol dat je een paar weken tijd hebt. Het biedt je de ruimte om tijd nemen onderweg. Voor mezelf vind ik een verlof van 3 weken ideaal zodat je twee weken effectief kan reizen. Op de één of andere manier is dat net genoeg om volledig los te komen en ook net genoeg. Dan ben je het gereis nog net niet beu en begin je net je eigen bed en douche te missen.

Wat doen we?

De derde cruciale vraag is misschien wel de meest belangrijke: wat wil je doen tijdens je vakantie? Er zijn zoveel soorten vakantie dat het moeilijk kiezen kan zijn: sportieve, culturele, strand-, exotische, kampeer- of mijn favoriet, culinaire vakanties. Eigenlijk zijn al mijn vakanties culinaire vakanties, lekker eten en drinken is namelijk onvermijdelijk tijdens mijn verlof.

Wat voor mij alvast een no go is geworden, is een kampeervakantie. Ik heb nood aan een goed bed en een goede douche, dat zal de leeftijd wel zijn. Een vakantie op een camping zou eventueel nog kunnen mits aan die voorwaarden zijn voldaan. Voor de vroege voorjaarsvakantie gaat de keuze tussen een culturele (citytrip) en een sportieve vakantie. Voor citytrips kijk ik dan naar de 47 Europese hoofdsteden. Genoeg plekken om een aantal voorjaren te vullen. Gelet op mijn beperkte sportiviteit op dit moment, is de kans groot dat de culturele vakantie het dit jaar haalt.

De langere vakantie valt dit jaar in de late lente of vroege zomer. Een sportievere vakantie is dan mogelijk wel haalbaarder. Op dat moment zal ik ook nood hebben aan zon dus het zuiden lonkt. Nu het nog kan, is de kans groot dat een autorondreis terug op de planning komt. Dan rijden we ergens naartoe met de auto – er is altijd een eindbestemming – en onderweg stoppen we als we iets willen zien. We boeken alleen de hotels zodat we iedere avond wel een plek hebben om naartoe te gaan. Zo reden we in 2021 tot in Aix-en-Provence en stopten we onderweg in 10 andere plekken (heen en terug). Dat zijn altijd boeiende ontdekkingsreizen.

Waar gaan we naartoe?

En zo komen we bij de conclusie: waar gaan we dan naartoe? Aangezien ik zeker nog niet alle Europese landen gezien heb, is er geen nood aan exotischere oorden. Europa is voorlopig exotisch genoeg. De citytrips boven op mijn verlanglijstje zijn Berlijn, Athene, Warschau, Turijn, Praag en Madrid. Daarnaast zijn Londen en Parijs voor herhaling vatbaar… Misschien moet ik ze op een dartbord hangen en zo kiezen?

Voor de grote vakantie ligt alles nog open, ik neig naar het zuiden, maar er is nog tijd om te beslissen. Aangezien we drie weken voorzien, bestaat de kans dat een autorondreis in Spanje op de planning komt. We zullen zien.

Hoe?

Voor citytrips opteren we meestal voor het vliegtuig (waarvan de prijs toch nog altijd verwonderlijk laag blijft). De trein wordt altijd overwogen maar is helaas zelden de beste optie. Uiteraard is de trein/metro wel een ideaal vervoermiddel ter plaatse dus daar maken we er wel dankbaar gebruik van.

Voor het groot verlof opteren we meestal voor de wagen. Dit blijft toch het meest flexibele transport en zeker voor rondritten, is een wagen onontbeerlijk.

Conclusie

Er zijn nog zoveel dingen te zien en te beleven. De keuze is nog niet gemaakt maar zolang ze openligt is alles mogelijk en dat is ook leuk!