De voordeur valt in het slot. ‘Alsof iemand hier iets zal komen pikken,’ denkt Bram terwijl hij naar de bestelwagen stapt. ‘Dat ding heeft waarschijnlijk het meeste waarde en het is niet eens van mij.’ De felrode letters POSTEXPRES aan de zijkant schreeuwen het hem toe. Hij heeft niet goed geslapen maar hij is er klaar voor. Het is de dag waar hij al naar uitkijkt sinds hij zes maanden geleden de job als koerier aannam. Zijn auto had het net begeven en een herstelling zou hem stukken van mensen kosten. Bij deze job kreeg hij een auto, het is te zeggen, hij mag de bestelwagen meenemen naar huis. Ze verwachten dat hij hem ’s avonds na zijn ronde nog vult zodat hij ’s morgens direct kan vertrekken. Bij het instappen merkt hij de lege colablikjes en afvalresten van afhaalmaaltijden al niet meer op. Hij ziet alleen het pakje dat op de passagierszetel ligt. Daar is het hem vandaag om te doen. De naam op het pakje, ‘Karolien Mulders’, zorgt voor vlinders in zijn buik.
Het is ondertussen bijna 15 jaar geleden dat ze elkaar nog zagen. Ze waren beste vrienden als tieners. Zij had een bril, dikke glazen, een beugel en ros haar. Hij was groot, al meer dan 1 meter 80 in het tweede middelbaar en niet erg mager waardoor hij indrukwekkend genoeg was om de pesters het zwijgen op te leggen. Hij had maar één stapje dichterbij moeten zetten en ze waren uit elkaar gestoven. De lach die ze hem toen bezorgde, heeft hem jarenlang in zijn dromen vergezeld. 5 jaar lang waren ze vier handen op één buik tot ze gingen studeren. Zij, rechten in een stad aan de andere kant van het land en hij startte vlak bij huis vastbesloten om ingenieur te worden. Ze hebben nog een paar keer proberen af te spreken maar na verschillende mislukte pogingen, heeft hij het opgegeven. Het werd al snel duidelijk dat die ingenieur er niet zou komen. Zijn eerste loon heeft hem bedorven, hij had nog nooit zoveel geld in één keer bijeen gezien. Halfweg de maand was het meeste weg en zo is het eigenlijk blijven gaan.
Het klokje op het dashboard geeft 7u45 aan wanneer hij het voertuig in beweging zet. Hij heeft de afgelopen jaren wel af en toe iets gehoord over Karolien, vooral via de roddels van zijn ma. Ze is een belangrijke bedrijfsjuriste, verdient geld met hopen, heeft twee kinderen met de één of de andere buitenlandse ceo waarvan ze uiteraard al weer gescheiden is. Ze woont nog steeds in de buurt. Daarom had hij gehoopt om op een bepaald moment een pakje daar af te leveren. Hij weet dat ze elkaar enkel terug moeten zien om de vriendschap terug op te pikken. De afgelopen jaren zijn ze elkaar nooit tegen het lijf gelopen. Zij komt vermoedelijk niet op de plaatsen waar hij komt. Maar vandaag kan ze hem dus niet ontlopen. Normaal zou ze om 8 uur nog thuis moeten zijn om het pakje in ontvangst te nemen en dan is alles mogelijk.
Stipt om één minuut voor acht rijdt hij de oprit naar het grote huis op. Het huis beneemt hem de adem. Een trap leidt naar een gigantische voordeur met aan beide kanten twee grote ramen en op de bovenverdieping zijn er 5 even grote ramen. Het is gigantisch! Hij werpt een blik in de achteruitkijkspiegel en bindt zijn lange haar samen, stapt uit, neemt het pakje en loopt langzaam naar de voordeur. De bel is zo luid als het huis groot is. Hij doet twee stappen achteruit en ademt diep in. Even hoopt hij dat ze niet thuis is maar dan hoort hij elegante voetstappen snel dichterbij komen. De deur opent en in de verte zijn er schreeuwende kinderen te horen. De vrouw aan de deur draait zich om en roept ‘Louis hou nu op. Laat je zus met rust, doe je schoenen aan en zorg dat je binnen 5 minuten klaar staat om te vertrekken. Anders vertrek ik zonder jou!’ Ze keert zich naar Bram en glimlacht verontschuldigend. ‘Sorry.’ Bram staart naar hetzelfde rode haar en dezelfde kastanjebruine ogen uit zijn tienerjaren. Er zijn enkele rimpels bijgekomen maar het is onmiskenbaar zijn Karolien. ‘Ja?’ Ze haalt hem uit zijn gedachten. Hij stottert ‘Euhm, ja, sorry, goeiemorgen, ik heb een pakje voor Karolien Mulders.’ ‘Ah eindelijk, daar wacht ik al een week op.’ Ze houdt haar handen op. Hij is terug aan het staren. Ze trekt haar armen terug en kijkt hem verward aan, ‘Moet ik ergens tekenen?’ ‘Euh ja, sorry,’ hij geeft haar het pakje en terwijl hij zijn digitaal toestel zoekt, zodat ze er een krabbel op kan zetten, raapt hij al zijn moed bijeen. ‘Excuseer, u bent Karolien Mulders?’ ‘Ja,’ ze begint ongeduldig met haar voet te tikken op de marmerachtige vloer. ‘Ik denk dat wij samen op school hebben gezeten. Ik ben Bram.’ Wanneer er geen belletje lijkt te rinkelen, vult hij aan ‘Bram Segers.’ Haar voorhoofd krijgt diepe denkrimpels en ze bekijkt hem van kop tot teen. Haar gedachtenstroom wordt onderbroken door een nieuwe schreeuw aan de andere kant van het huis ‘MAMA! Hij heeft me gebeten!’ Ze zucht diep en draait zich terug op, ‘Laat elkaar met rust en doe jullie schoenen aan!’
Ze kijkt hem verontschuldigd aan, ‘Sorry, ze doen altijd zo op de dag dat ze naar hun vader moeten. Zo maken ze het wel makkelijker om hen te laten gaan.’ Er verschijnt een trieste blik in haar ogen. ‘Bram Segers zei u?’ Hij knikt en voelt zich almaar kleiner worden, ondanks zijn meter vijfennegentig. En dan ziet hij de herkenbaarheid in haar ogen. ‘Bram Segers? Ben jij geen ingenieur geworden?’ Hij lacht opgelucht. ‘Dat was de bedoeling ja, maar het is iets anders geworden.’ Haar blik gaat naar de bestelwagen en ze leest luidop ‘Postexpres?’ ‘Ja voorlopig doe ik dat.’ ‘Dat is inderdaad lang geleden! Tof dat we elkaar nog eens zien. Je moet me excuseren maar ik moet eigenlijk dringend vertrekken.’ Ze wijst naar het bakje om te tekenen. ‘Natuurlijk’, zegt hij teleurgesteld. Ze zet snel een paraafje en glimlacht dan professioneel, ‘Misschien zien we elkaar nog wel eens?’ Hij knikt en voordat hij kan reageren kijkt hij naar een gesloten deur.
De woede verdrijft de teleurstelling. Het bloed stroomt naar zijn slapen, hij loopt net niet naar zijn bestelwagen en slaat de deur zo hard dicht dat de achteruitkijkspiegel gevaarlijk trilt. Hoe durft ze met zoveel misprijzen naar hem te kijken. Ze kon hem bijna niet meer herinneren, terwijl hij haar enige vriend was. Zonder hem was ze afgeslacht geweest door haar tiener”vrienden”. En nu dit? Dit kan hij niet laten gebeuren. Hier gaat ze spijt van krijgen. De bestelwagen stormt de oprit af.
De rest van de dag verloopt niet beter. Alles wat mis kon gaan, ging mis en tegen de avond is hij nog meer opgefokt. Om zes uur parkeert hij zijn bestelwagen op de hoek van haar straat, loopt te voet naar het huis en wacht in de schaduw. Het pistool brandt in zijn jaszak. Het is nog nieuw, gekocht na een bijna-overval drie maanden geleden. Het duurt uren voor ze haar splinternieuwe landrover de oprit oprijdt. Hij is koud tot op zijn vel en zijn woede is in die uren alleen maar groter geworden.
Ze stapt de treden op naar haar voordeur en terwijl ze de sleutel in het slot steekt, komt hij dichterbij. ‘Karolien!’ Ze schrikt en laat haar sleutels vallen terwijl ze zich snel omdraait. Haar ogen vormen spleetjes terwijl ze in het donker probeert te zien wie naar haar schreeuwt. Bram loopt met het pistool voor zich uit op haar af. ‘Bram?’ Ze ziet het pistool waarna de angst in haar stem toeneemt. ‘Bram? Wat doe je?’ Zijn onverwacht enge lach beangstigt zelfs hem. ‘Nu herken je me wel?’ Ze probeert nerveus iets uit haar zak te halen. Hij staat ondertussen vlak bij haar en schiet. Ze valt neer, wil iets zeggen maar het lukt haar niet meer. Hij schiet tot ze niet meer beweegt.
Een geluid in zijn jaszak schrikt hem op. Zijn gsm piept. Als een automatisme haalt hij het toestel uit de zak, ziet een voicemailbericht en brengt het toestel naar zijn oor. Het is de stem van zijn chef, Luc. ‘Bram, ik kreeg deze namiddag een telefoontje van éne Karolien Mulders. Je hebt daar blijkbaar vanmorgen een pakje gebracht en ze kende je nog van vroeger. Ze wil een koffie met je gaan drinken maar had geen telefoonnummer dus ze heeft Postexpress gebeld. Ik stuur haar gegevens door dan kan je haar eens bellen.’ Hij is gestopt met ademen en kijkt vol ongeloof naar het lichaam dat aan zijn voeten ligt, terwijl hij de sirenes dichterbij hoort komen.
Amai ik kreeg koude rillingen. Zo goed dit verhaal! Hopelijk komt er hier zo
geen oude bekende aan de deur met een pakje. 😱
zo erg 😱
Mooi verhaal !!
Mooi verhaal !!
waaaaaw
Mo how weer zo mooi. 👏👍👍
Een nieuw jaar, een nieuw doel.Eerste maal dat ik het verhaal volledig lees.Er volgen er zeker nog meer.Te goed om te laten voorbijgaan.
En ik kijk nu al huiverend naar dat eerste pakket dat ontvangen wordt van Post Nl bij mij thuis.
Wauw!!! Mooi verhaal!
Zo goed weer 😱. Super mooi