In navolging van vorige week gooi ik er deze week nog een aantal genres tegenaan. Deze keer zijn het genres die ik zelf niet direct plan van te schrijven maar je weet nooit wat er gebeurt.
Historische roman
Dit soort romans lees ik ook heel graag. Je volgt dan meestal een personage in een specifiek tijdsbestek. Door dergelijke boeken krijg je een beeld van een wereld waarvan je vaak niet wist dat hij bestond. Of nog beter, krijg je een zicht op een wereld waarvan je dacht dat die er helemaal anders uitzag. Soms gaat het over een volledig fictief personage zoals ‘De lichtekooi van Loven’ maar het kan ook gaan over een personage dat echt heeft geleefd zoals ‘De laatste maîtresse‘ (review op 1 september). Een andere aanrader in dit genre zijn de boeken van Ken Follett.
Hoewel ik dit soort boeken heel graag lees en het me wel leuk lijkt om zo’n boek te kunnen schrijven, zie ik het mezelf nog lang niet doen. Deze boeken vergen voor mij veel te veel onderzoek. Ik heb geen geduld om na te gaan hoe vrouwen of mannen in die bepaalde eeuw leefden, woonden of zich gedroegen. Neen, ik hou het hier bij lezen.
Literaire roman
Dit genre klinkt een beetje raar: is niet elk boek literair? Welja, misschien wel, maar literaire romans zijn boeken die niet direct een specifiek thema hebben. Er kan een beetje romantiek, een beetje spanning of een beetje geschiedenis inzitten maar geen van die zaken staat op de voorgrond. De bedoeling is vooral mooie zinnen maken. Het zijn dus vaak heel mooie boeken, boeken die het leven volgen van een hoofdpersonage maar soms ook saaie boeken. Dit laatste is voor mij het geval als er meer aandacht gaat naar de vorm (mooie woorden) dan naar het verhaal. Een boek moet voor mij nog altijd een verhaal hebben, iets dat je wil lezen. Een mooi voorbeeld van dergelijk boek was ’Rozeke’ in tegenstelling tot ‘Zuidenwind‘ wat literair was maar dan – voor mij – van het slechte soort.
Science fiction/Fantasy
Eigenlijk zijn dit twee verschillende genres en door ze samen te zetten, vloek ik nu waarschijnlijk in minstens één kerk. Voor mij lijken deze echter wel heel erg op elkaar. Science fiction vertrekt van een ‘echte wereld’ en kijkt naar hoe die zich in de toekomst zou ontwikkelen. De toekomst kennen we natuurlijk niet dus die wordt erbij gefantaseerd.
Naadloze overgang naar Fantasy. In dit genre wordt een volledig nieuwe wereld gecreëerd, iets dat niet bestaat maar wat de schrijver uitvindt. Bij Fantasy zal je bijvoorbeeld draken of tovenaars (die dus niet bestaan) hebben. Bij science fiction zou het eerder gaan om mensen die genetisch gemanipuleerd zijn en speciale krachten kregen daardoor. Allebei helemaal uitgevonden maar vanuit een andere insteek. Dit soort boeken zijn meestal heel dikke (minstens 120.000 woorden of meer dan 520 pagina’s). Bovendien gaat het vaak om reeksen en dus verschillende boeken rond hetzelfde thema want er moet een volledige wereld uitgelegd worden. Ik ben niet echt een fan. Harry Potter is zowat het enige fantasyboek dat ik ooit graag gelezen heb.