Ik zou graag een toneelstuk schrijven maar ik weet dus niet hoe dat moet. Er staan een paar ideeën op papier maar daar houdt het voorlopig op. Omdat ik in het najaar wil beginnen met eentje, ben ik op zoek gegaan naar informatie. Verschilt theater schrijven veel van het schrijven van een verhaal of een roman? Ik vond een boekje in KoboPlus ‘Schrijven voor theater, 13 methodes’ van Willy Hilverda. Tussen die 13 methodes zou er toch eentje moeten zitten die mij ligt, dacht ik…
13 methodes
Zijn er dan 13 manieren om een theaterstuk te schrijven? Neen, er zijn er veel meer (zucht). De schrijver interviewde 13 theaterauteurs en kwam zo tot 13 methodes. De grootste conclusie van het boek is dat elke schrijver zijn eigen methode heeft. Iedereen doet het op zijn manier: “Elke toneelschrijver heeft zijn eigen manier van werken en schrijft op een geheel unieke manier.” Wat wel iets is wat je ook in andere schrijftips terugvindt, is dat je gewoon moet schrijven. Niet te veel beoordelen wat je aan het schrijven bent. Want tijdens het schrijven kan je niet weten of iets goed is of niet. Ik haalde uit de 13 interviews de dingen die ikzelf nuttig vond.
Pantsen of toch plotten?
Eén iets lijken de meeste van de 13 schrijvers gemeen te hebben: een toneelstuk ontstaat al schrijvend, pas achteraf komt er structuur in. Het idee komt meestal op dezelfde manier tot stand als bij een boek: er is een zin of een scène of een grap die ervoor zorgt dat er een verhaal ontstaat. Maar de meeste auteurs maken bij een toneelstuk op voorhand weinig structuur. Wat wel vaak vaststaat, is het einde. Ze willen weten waar ze naartoe gaan. Uiteindelijk hebben ze dan een hoop scènes die ze dan in elkaar puzzelen om tot een samenhangend geheel te komen. Echte pantsers dus.
Alhoewel er ook een paar uitzonderingen zijn. Enkele schrijvers vinden die structuur net heel belangrijk of schrijven heel chronologisch. Geen van de 13 schrijvers werkt echter met een volledig uitgeschreven structuur. De liefhebbers van enige structuur lijken hoogstens plantsers. Als je meer wil weten over plotten of pantsers, lees dan deze blog van 19 december.
Plot
Het plot is in een toneelstuk blijkbaar ook niet zo belangrijk. Een toneelstuk moet vooral ergens gebeuren en op een specifiek moment. De situatie waarin het stuk zich afspeelt, is cruciaal. Er moet iets zijn waarom je een verhaal vertelt, een ingang, een start. Het maakt niet zoveel uit waarover het stuk gaat. Van zodra je een onderwerp hebt dat je interessant vindt en waar je een conflict in kan vinden, ben je vertrokken. Het verhaal op zich doet er soms zelfs niet toe. Het draait om de locatie, een goede dialoog, de scènes en goede karakters.
Het soort theaterstuk is dus ook niet zo relevant: monoloog, modern, drama, komedie, etc. Hoe je een grappig stuk schrijft (mijn ideaal), is dus nog een groot mysterie maar één tip kreeg ik wel mee: mensen lachen om herkenning.
Het belangrijkste stuk van een voorstelling is, volgens één van de schrijvers, het korte stukje dat je moet schrijven voor het boekje van de voorstelling. Als de betrokken auteur daar niet uitkomt, dan klopt er iets niet. En dat heb ik ook al ondervonden bij het schrijven van reviews: als ik moeilijk een korte samenvatting kan schrijven, dan was het meestal geen topboek.
Rol van de acteurs/regisseur
Het kunnen loslaten van het werk is bij een toneelstuk veel belangrijker dan bij een roman of een andere tekst. In die zin dat je als schrijver de tekst afgeeft aan een toneelgroep en die doet er zijn ding mee. Bij een boek kan je ook niet bepalen hoe de lezer het zal lezen maar bij theater maken de regisseur en de acteurs er echt hun eigen stuk van. Ze zullen zaken aanpassen en anders brengen dan dat je ze geschreven hebt of dan je ze in je hoofd had. Sommige schrijvers schrijven het stuk zelfs terwijl de groep aan het repeteren is. Het stuk wordt dan op maat geschreven.
Veel toneelschrijvers uit dit boek werken in opdracht. Er is een toneelvereniging die een stuk nodig heeft, en dan schrijven ze dat. Ik wist niet dat dit zo vaak gebeurde. Het boek beperkt zich wel tot Nederlandse toneelschrijvers dus misschien dat dit vooral zo is in Nederland. In België heb je – in de amateurtoneelwereld toch – verschillende organisaties die toneelstukken verkopen. Dus mogelijk is dat gelinkt aan het land of misschien aan het feit dat het hier om professioneel theater gaat.
De acteurs moeten de dialogen tot leven wekken. Het is daarom niet zo belangrijk hoe het toneelstuk is terwijl je het (in stilte) leest. Eén van de schrijvers had het over de muzikaliteit van woorden. En dat is helemaal anders dan in een roman. Bij een toneelstuk moeten de woorden in de dialoog alles vertellen en vooral bij het luidop zeggen goed klinken. Eén van de auteurs probeert zelfs iedere regel dezelfde lengte te geven om op die manier ritme te geven aan de taal.
De karakters in een theaterstuk vormen de spelers ook grotendeels zelf en worden dus niet zozeer door de schrijver gevormd. De schrijver probeert het wel door goede dialogen en door de manier van spreken vast te leggen met stopwoordjes bijvoorbeeld. Maar hoe ze lopen of wat ze dragen is niet zo relevant. De meeste auteurs maken daarom geen uitgebreide biografieën van hun personages.
Anderzijds is er dan weer één auteur die de taal tot het minimum beperkt. Enkel als de acteurs, muziek of een beeld het niet kunnen vertellen, zal zij iets in woorden zetten. Iedereen is het erover eens dat je het beschrijven en uitleggen in een toneelstuk tot een minimum moet beperken. Er moet getoond of gezegd worden.
Scènes
In een boek werk je ook met scènes maar in het theater gaat het alleen over scènes. Ik vind het niet altijd makkelijk om te weten wanneer je in een boek een scène hebt of wanneer een hoofdstuk. Eén van de auteurs verwoordde het als volgt: “Een scène is de woorden die je nodig hebt om een situatie te omschrijven. … Het personage heeft een belang in een scène, hij wil iets van iemand. Hij zegt nooit zomaar iets.” En dat vond ik een mooi hulpmiddel. Er moet altijd iets gebeuren in een scène en elk gezegd woord heeft een doel. Een andere schrijver vergeleek een scène met een liedje “Hij moet veelbelovend beginnen en sterk eindigen.” wat ook een mooie omschrijving is.
Een toneelstuk schrijven, heeft dus heel wat andere voorwaarden dan een roman. Maar alles begint met hetzelfde: een idee en schrijven, schrijven, schrijven…