Pijpenstelen op de fiets

Iedere keer doe ik een nieuwe poging en telkens word ik afgestraft. ’s Morgens vertrek ik in het zonnetje en tegen dat ik naar huis rijd, regent het pijpenstelen. Ik haat het. Waarom heb ik de wagen niet genomen? Dit is echt de laatste keer. Met mijn hoofd naar beneden stamp ik de pedalen bijna door de grond. De wind is idioot hard en blaast in de verkeerde richting. Het is nog maar vijf uur maar al pikdonker. Ik ben blijkbaar de enige gek op een fiets met dit weer en dat maakt de sfeer er niet vrolijker op. Uit iedere schaduw denk ik mijn toekomstige verkrachter of berover te zien verschijnen. 

Ineens doemt ze op in de verte. Een kleine gestalte met een felrode regenjas stapt een honderdtal meter voor me uit. Ze lijkt bijna stil te staan, zo traag verplaatst ze haar voeten. Ik kom snel dichterbij en raak meer en meer onder de indruk van die regenjas, die recht uit een tekenfilm lijkt te komen. Om opspattend regenwater te vermijden, rijd ik met een wijde boog om haar heen. Wanneer ik naast haar kom, zie ik dat het gaat om een jong meisje 15 misschien 16 jaar en ze huilt. Waarschijnlijk liefdesverdriet, hoe was ik zelf op die leeftijd? Ik hoor gefluister en vertraag. Eerst denk ik dat het de wind is, maar dan hoor ik heel duidelijk ‘Mevrouw? Mevrouw? Asjeblieft, help me.’

Ik zucht en vloek binnensmonds, het regent nog altijd en ik ben laat. En toch, ik kan haar niet negeren, dus stop ik. Ik draai me om en wacht tot ze, nog altijd tergend traag, tot bij mij is gekomen. Pas wanneer ze vlakbij staat, zie ik dat ze ouder is dan ze leek. Door haar kleine, iele gestalte was het niet zichtbaar maar nu ze vlak voor me staat, zie ik dat ze zeker 20 jaar is. Ze heeft felblauwe ogen, ogen die zelfs in de duisternis lijken licht te geven. Ze kijkt me recht aan en snikt. Mijn vraag naar wat er gebeurd is, krijgt niet onmiddellijk een antwoord. 

Ondertussen is het bijna gestopt met regenen. Ze zegt plompverloren ‘Het regent niet meer.’ Ze doet me denken aan één van ‘mijn’ kinderen. Ze stelt iets vast maar weet niet goed hoe ze met andere mensen moet spreken. Dit zijn zeer kwetsbare mensen dus ik maak me ongerust. Ik probeer haar te helpen bij het verwoorden van wat ze nodig heeft. ‘Dat is juist, het is gestopt met regenen. Ik ben Lynn. Je had me geroepen? Heb je hulp nodig?’

Ze staart me aan en er bekruipt me een onaangenaam gevoel. Dan knikt ze langzaam en er verschijnt een glimlach op haar gezicht. ‘Dat heb ik inderdaad.’ Haar rode regenjas kraakt zoals alleen plastieken regenjassen dat doen. Mijn geduld is op het einde van de dag niet meer zo groot. Haar traagheid en onduidelijkheid beginnen me licht te irriteren. ‘Luister meisje, ik ben al te laat. Ik wil je graag helpen maar ik kan hier niet lang meer blijven staan.’ Door de regen is mijn broek doorweekt en nu ik gestopt ben met bewegen, dringt de koude tot in mijn botten door.  ‘Moet je ergens naartoe? Heb je geld nodig? Waar kan ik mee helpen?’ Het geluid van een naderende auto zorgt voor een flits van paniek door die helblauwe ogen. Wanneer de auto dichterbij komt, draait ze haar hoofd weg van het voertuig. Hij rijdt voorbij. ‘Heb je ergens schrik voor?’ Ze kijkt me terug recht aan en dan komt er een geluid van diep uit haar keel. Het duurt even voor ik doorheb dat ze lacht, heel luid lacht. 

Even snel als het geluid begon, stopt het. Haar blik is weer veranderd en nu begin ik bang te worden. Er klopt iets niet. Op dat moment haalt ze haar hand uit haar jaszak. Ik kijk naar de beweging en verstijf. Een pistool is op mij gericht en ik begrijp niet wat er aan de hand is. ‘Wat wil je van mij?’ Ze glimlacht of neen, ze grijnst ‘Ik heb wat ik wil, dank je Lynn.’ Nog voor ik me kan wegdraaien of iets kan zeggen voel ik de pijn. Pas na de pijn hoor ik het geluid. Ik zak ineen en voel hoe de fiets op een vreemde manier onder mij plooit. Ik kom op mijn zij terecht op de kletsnatte straat, mijn ogen gericht op de plek waar ik naartoe reed. De rode regenjas gaat die richting uit met een vederlichte stap. Ik kan alleen maar denken aan hoe mooi die regenjas is.

Dit verhaal diende ik in voor een wedstrijd van Pro Publishing, het moest een thriller worden met als thema ‘Het meisje met de rode regenjas’ van maximaal 1000 woorden. Het winnende verhaal (niet ik dus) kan je hier lezen: https://propublishing.nl/schrijfwedstrijd/winnaar/het-meisje-met-de-rode-regenjas/

4 Reacties on “Pijpenstelen op de fiets

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *