Toen het vorige week duidelijk werd dat ik geen routine heb tijdens de werkweek, vroeg ik me af wat er mogelijk was in het weekend. Zo’n weekend kan op allerlei manieren ingevuld worden. Eerst dacht ik om de schrijfroutine van iemand anders over te nemen maar meestal hebben die ofwel een heel vroege opstaanroutine ofwel een urenlange schrijfsessie. En hoewel ik een ochtendmens ben, blijf ik in het weekend toch graag iets langer liggen. Bovendien moet ik het hebben van korte schrijfmomenten, uren aan een stuk schrijven zit er niet direct in (mijn concentratievermogen is beperkt).
Uiteindelijk heb ik besloten om niet te kijken naar de routine maar naar het resultaat. Dus veranderde het plan naar een poging om 5000 woorden te schrijven in één weekend. Als dit me lukt dan zou dat betekenen dat ik elke twee maanden een boek zou kunnen schrijven in een eerste versie. Zo’n tempo zou, inclusief het herschrijven, kunnen leiden tot 2 afgewerkte boeken per jaar en dat lijkt me wel een positief resultaat.
Het weekend van 26 en 27 oktober was het zover. Mijn tactiek was redelijk simpel. Ik ging uit van schrijfsprints van 25 minuten. Ik dacht dat ik rond de 500 woorden per 25 minuten kon schrijven, dus 10 sprints oftewel 5 uur schrijven op twee dagen moest volstaan. In dit weekend stond er niets op de planning dus 2,5 uur per dag schrijven moest lukken. Het lijkt me bovendien iets dat elk weekend haalbaar zou zijn.
Zaterdag
Op zaterdag ben ik goed gestart met een sprint die leidde tot 559 woorden in mijn project Zoo (zie stand van zaken november). De volgende sprint moest ik opdelen in 3 stukken dus in plaats van 25 minuten schreef ik 10, 7 en 8 minuten. Dat klinkt bizar maar het toont wel aan dat je niet veel tijd moet hebben om toch iets te kunnen schrijven. Met respectievelijk 299, 261 en 203 woorden haalde ik in die drie korte sprints in totaal maar liefst 763 woorden, een succes dus! In de vroege avond deed ik nog twee sprints van respectievelijk 677 en 627 woorden. In totaal haalde ik op de zaterdag dus 2626 woorden en dat door amper 2 uur te schrijven. Het zag er dus goed uit voor dat weekend.
Zondag
Zondag kwam ik traag op gang. Pas tegen de middag deed ik een eerste 25 minutensprint met als resultaat 627 woorden. Mijn tweede sprint van de dag was een groot succes met 870 woorden en werd daarmee de winnende sprint van het weekend. Ik perste er nog een laatste sprintje uit maar de fut was er duidelijk uit want het ging om het laagste aantal woorden van het weekend: 319.
Op zondag haalde ik uiteindelijk 1816 woorden in drie sprints. Niet slecht dus maar net te weinig om de 5000 woorden te halen.
Mislukt?
4442 woorden, dat is geen 5000 (ja ja ik kan ook tellen). Mislukking dus? Eigenlijk niet. Ik heb hier verschillende zaken van geleerd en het experiment heeft me gemotiveerd om verder te schrijven:
- Het is mogelijk om 1000 woorden per dag te schrijven (ook op werkdagen) aangezien ik op 25 minuten gemiddeld meer dan 600 woorden schrijf.
- Een boek is meestal tussen de 60 en 80 duizend woorden dus op twee maanden tijd een boek schrijven is haalbaar (= 1000 à 1300 woorden per dag)
- Ook als er weinig tijd is, bijvoorbeeld 10 minuten, is het de moeite om toch iets te schrijven.
- Ik vind schrijven eigenlijk wel leuk…
Een succesvol experiment voor mij. Het heeft bovendien mijn project een boost gegeven. Sinds dat weekend ben ik er effectief in geslaagd om gemiddeld 1300 woorden per dag te schrijven. Die boeken zullen gaan verschijnen!