Deze en de volgende twee maandagen, vinden jullie hier een iets langer kortverhaal. Dit verhaal schreef ik in een ruwe versie in het voorjaar met als doel deel te nemen aan de Renate Dorrestein Prijs maar ik kreeg het niet rond. En dus lag het hier stof te verzamelen. Ik dacht ik kan het dan net zo goed delen. Na enkele revisies vinden jullie hieronder deel één van dit kortverhaal.
Hoofdstuk I.
‘Einde.’
Haar vingers zweven nog even boven het toetsenbord waarna ze zich uitrekt, achterover leunend in de versleten bureaustoel. Liefdevol wrijft ze over de afgesleten leren armleuningen van de donkerbruine stoel.
‘Wat zeg je daarvan opa? Mijn derde boek helemaal klaar.’
Ze smaakt de zoute traan die haar lippen heeft bereikt en glimlacht. Opa zou trots geweest zijn. Hij heeft haar de liefde voor boeken bijgebracht en nu schrijft ze ze zelf.
Het was deze keer een veel emotioneler schrijfproces dan bij haar twee vorige boeken. Ze heeft getwijfeld maar uiteindelijk heeft ze haar trauma verwerkt in het verhaal. Het gaf haar de mogelijkheid om een happy end te schrijven, iets wat zij niet kreeg.
Hun twee eerste boeken gingen onverwacht vlot over de toonbank. De boeken vol mysterie en liefde hebben een dankbaar publiek gevonden. Ze zucht en slaat het document op. Ze is nerveus. Wat zal Bruno ervan vinden? Het is toch wel anders dan de vorige. En hij moet het verkocht krijgen natuurlijk. Misschien vinden ze dit boek wel vreemd voor een mannelijke schrijver.
Het is net één uur geworden. Hij ligt waarschijnlijk nog in bed, met een kater. Ze schudt haar hoofd en mompelt tegen zichzelf: ‘Hij doet met zijn leven wat hij wil zolang hij zich maar aan de afspraak houdt.’
De mail is kort. “Hier is je derde boek. Een beetje anders dan de andere, enkele autobiografische elementen, maar nog steeds hetzelfde genre. Veel leesplezier, laat me weten wat je ervan vindt!”
Nadat ze op verzenden heeft gedrukt, overvalt haar onmiddellijk een leegte, een soort eenzaamheid. Nu ze haar personages los heeft gelaten, moet ze weer in haar eigen hoofd kruipen en daar is het niet altijd zo gezellig.
***
Om drie uur rolt hij uit zijn bed. Hij voelt zich ellendig en neemt zich voor het vandaag wat rustiger aan te doen. Na een sterke koffie opent hij zijn laptop op de plakkerige keukentafel. Zijn humeur was al beneden alle peil en wanneer hij het bericht ziet in zijn mailbox zakt het nog een beetje. Sara heeft het derde boek doorgestuurd. Hij was vergeten dat de deadline eraan kwam maar daarvoor heeft hij haar. Zij zorgt er altijd voor dat alles op tijd klaar is.
Hij leest vluchtig de samenvatting. Alweer hetzelfde verhaal, meisje ontmoet jongen en ze worden verliefd. Bij het eerste boek leek het hem nog wel leuk om bekend te worden als één van de enige mannelijke schrijvers die feelgood boeken schrijft. Ondertussen is hij de verhaallijnen beu. De vorige twee boeken las hij altijd voordat hij ze doorstuurde naar de redacteur. Hij zet zijn bril af en masseert zijn slapen. Eigenlijk is dat niet nodig. Hij kan later het boek lezen als het volledig af is. Misschien is dat zelfs beter. Dan kan hij niets verkeerd onthouden. Ja, dat is een goed idee. Hij glimlacht, daarom is hij het ideale gezicht van haar boeken. Door zo te denken zorgt hij ervoor dat hij geloofwaardig is. En hij is wat hij wou zijn, een beroemde schrijver. Oorspronkelijk dacht hij dat hij ooit nog eens zelf een boek zou schrijven. Maar nu de boeken onverwacht zo’n succes geworden zijn, moeten ze doorzetten.
Hij opent het manuscript en leest de titel luidop: ‘Zomerliefde op het strand’.
Kan het nog meliger? Hopelijk wijzigt de uitgeverij het want als hij dit de komende maanden iedere dag een paar keer zal moeten uitspreken dan komt het niet goed. Hij krijgt al zure oprispingen van het idee alleen. Hoewel dat ook het gevolg kan zijn van de liters bier die hij gisteren verzet heeft. Hij wijzigt de eigenschappen van het bestand zodat alle verwijzingen naar Sara verdwijnen en slaat het dan op onder zijn eigen naam. Enkele minuten later is de e-mail vertrokken naar de redacteur. Hij voelt zich leeg. Ze hebben duidelijke afspraken en Sara wou het ook zo. Ze wil wel schrijven maar wil geen aandacht en hij wil aandacht maar wil niet schrijven. Neen, dat is niet waar, hij wil wel schrijven maar het is blijkbaar niet goed genoeg. Iedere keer dat hij officieel zijn uitgever wijsmaakt dat hij weer een boek af heeft, voelt hij zich vies.
Hij schudt zijn hoofd. Het heeft geen zin het zich aan te trekken. Hij doet wat hij moet doen en hij kan ervan leven.
***
Ze doolt rond in het grote huis. Na vier maanden fulltime werken aan dit boek, weet ze niet meer wat te doen. Het is wachten op de reacties, de reactie van Bruno, van de redacteur en van de eerste lezers. Ze krijgt de feedback altijd uit de tweede hand en het is de eerste keer dat ze dit jammer vindt. Voordien vond ze deze regeling ideaal. Maar omdat dit boek zoveel dichter bij haar ligt, voelt het een beetje fout dat Bruno alles eerst zal horen. Hij zal het uiteraard direct doorsturen naar haar want zij moet er iets mee doen maar toch.
Ze verlegt boeken van de éne plank naar de andere, verplaatst de beeldjes die ze erfde van haar oma van de ene kant van de kast naar de andere kant en bladert door het drie maanden oude tijdschrift dat op de salontafel ligt. Ze zou een koffie kunnen gaan drinken ergens? Alleen? Neen, dat gaat niet door. Een geluid verstoort haar gedachten. Het duurt enkele seconden voordat ze begrijpt dat het geluid uit haar buik komt. Eten, ze heeft nog niets gegeten vandaag, ze is direct begonnen met schrijven vanmorgen omdat ze het boek af wou hebben.
De koelkast geeft een triestig aangezicht. Er staan twee potjes yoghurt in die vorige maand vervallen zijn, drie sneetjes kaas met verdachte witte vlekjes en een halfvolle bokaal met augurken. Ze lacht opgelucht want nu heeft ze een activiteit. Ze gaat winkelen en voor het eerst in weken uitgebreid koken.
Het is kalm in de supermarkt, ze kan vlak voor de deur parkeren. De eerste afdeling is de boekenafdeling. Als Sara nu een boek koopt, dan kan ze dat lezen in afwachting van de feedback op haar eigen boek. Ze verstijft wanneer ze ‘Liefde op zee’ en ‘Lentekriebels’ ziet liggen. De naam van de schrijver ‘Bruno van Buren’ geeft haar koude rillingen. Voor het eerst doet het haar pijn. De afgelopen jaren was ze trots wanneer ze de boeken zag liggen. Maar nu voelt ze een beetje schaamte. Hij is te veel om de verkeerde redenen in de boekjes verschenen. En ze faciliteert zijn probleem. Als ze zou stoppen met schrijven voor hem, zou hij zijn leven terug op de rails moeten krijgen. Moet ze zich schuldig voelen omdat ze blijft schrijven? Ze vloekt binnensmonds en rent bijna door de boekenafdeling. Ze wil hier zo snel mogelijk weg en grijpt naar één van de voorverpakte maaltijden, eentje die er net eetbaar uitziet, wortelpuree en een ondefinieerbaar stuk vlees.
Hoofdstuk II.
Hij staart uit het raam. Het uitzicht is prachtig. Aan zijn bureau heeft hij zicht op een landschap vol weiden. Er staan koeien en drie prachtige paarden. Hoewel hij hier nooit schrijft, is het wel een ideale schrijfplek. Mocht hij echt schrijven dan zou hij het ook zo inrichten. De ruimte is niet groot, tegenover de deur is er een groot raam. Zijn bureau past er net onder. Links en rechts staan er volle boekenkasten tegen de muren. Geen zware donkere eiken kasten zoals je vroeger zag in huizen met een bibliotheek. Zijn boekenkasten hebben een lichtbruine kleur, wat is dat? Beuk? Zoiets.
Wanneer heeft hij het laatst een boek gelezen? Was dat het boek van Sara? Heeft hij werkelijk alleen maar haar boek gelezen? Vroeger las hij vier boeken tegelijk. Hij heeft de plaatselijke bibliotheek helemaal uitgelezen als tiener. Hij schudt zijn hoofd en kijkt naar de ijsblokken in zijn bijna lege whiskyglas. De fles staat binnen handbereik maar hij twijfelt. De afgelopen maanden zijn een waas. Als straks het derde boek uitkomt, zal hij er weer moeten staan. Iedereen zal naar hem kijken en zeker na de berichten die verschenen in de roddelrubrieken, zal hij moeten bewijzen dat hij nog steeds kan schrijven.
Hij logt in op zijn computer. De redacteur heeft gereageerd. Bruno voelt zich misselijk worden en sluit zijn ogen in de hoop zijn maag zo even te kalmeren. Het werkt niet dus schenkt hij zijn glas nog eens vol. Nog eentje. De mail van de redacteur is vol lof. Hij noemt het alweer een bestseller. Dus meer van hetzelfde. Hij stuurt het rapport door naar Sara zonder het zelf door te nemen. Later zal hij het wel lezen. Nu nog even niet.
***
Ping. Het geluid van een e-mail die binnenkomt doet haar hartslag een paar tellen versnellen. Het is Bruno. Nu al? Het manuscript is pas vier dagen geleden doorgestuurd. Zouden ze het slecht vinden?
Ze gaat aan haar schrijftafel zitten. Die staat gewoon in de living en is letterlijk een tafel. Hij stond hier al toen ze het huis kocht. Ze heeft niet veel plek nodig. Ze kan overal schrijven, in de zetel, op de trein, in haar bed. Aan de tafel zit ze alleen op de cruciale momenten zoals wanneer het einde in zicht komt en wanneer ze feedback krijgt van anderen.
Ze ademt diep in en sluit haar ogen even voordat ze het e-mailbericht opent. Ademloos leest ze het bericht van Bruno ‘Het is weer een meesterwerk. Daar zijn de redacteur en ik het over eens.’ Ze glimlacht en ziet dat de e-mail van de redacteur die eronder hangt dezelfde toon heeft. Ze voelt de tranen opkomen maar knippert ze weg. Komaan Sara, nu is het niet meer de moment om emotioneel te doen, je moet aan de slag.
Opgelucht en vol enthousiasme opent ze het document met de commentaar van de redacteur. Ze kan er weer invliegen! Drie weken krijgt ze om de opmerkingen te verwerken. Een eerste lezing in vogelvlucht stelt haar helemaal gerust. Het zijn allemaal kleine aanpassingen, hij wil niets fundamenteels veranderen aan het verhaal. Gelukkig want dat had ze deze keer zeer moeilijk gevonden.
Een week later is ze al klaar. Het verwondert haar dat Bruno geen opmerkingen heeft toegevoegd. Bij de andere boeken had hij altijd wel een aantal kleine puntjes die hij wou veranderen. Ze vraagt zich af of hoe dat komt. Het lijkt haar vreemd dat hij het nu perfect zou vinden. Het maakt haar ongerust. Zou hij vergeten zijn zijn opmerkingen bij te voegen? Wanneer ze het aangepaste manuscript terugstuurt, vraagt ze daarom bevestiging.
‘Dag Bruno, hierbij het aangepast manuscript. Ben je zeker dat het niet te emotioneel is deze keer? Ik vond geen opmerkingen van jou? Moet je die nog nasturen? Groetjes Sara.’
Twee dagen later krijgt ze zijn reactie: ‘Dag Sara, het manuscript is terug vertrokken naar de uitgever. Zeker niet te emotioneel, geen opmerkingen omdat het goed genoeg was. Bruno.’
Hoewel het positief lijkt, blijft er een vreemd gevoel hangen. Misschien moeten ze elkaar toch eens wat meer in levende lijve zien. Via e-mail verdwijnt er toch veel connectie. Vroeger leefden ze samen op kot. Dan wist ze wat hij dacht voordat hij het zelf wist. Ze praatten toen ook over het boek dat ze aan het schrijven was. Ze mist dat contact.
***
Hij zal het toch moeten lezen. Ze vond het nu al raar dat hij geen opmerkingen had. Maar hij kan het nog niet. Het lukt hem nog niet eens om zichzelf iedere dag te wassen laat staan dat hij enkele uren kan zitten lezen. De tweede versie is vertrokken. Nog twee maanden tijd om zichzelf heruit te vinden zodat hij er staat, straks bij de boekvoorstelling. Als hij zijn lening wil kunnen afbetalen, zal hij enkele dagen nuchter moeten blijven.
Deel twee van dit verhaal kan je volgende week lezen, deel drie volgt op 28/10/2024
Al benieuwd naar het vervolg!! Zeker jammer om stof te laten vergaren!! Je zal dit nog gebruiken om mee te doen met uitdaging van schrijversprijzen mag ik hopen 😊👍👍