Stephen Fry is veel meer dan een schrijver (komiek, acteur, presentator, etc.) maar hij is ook een heel goede schrijver. Dus verdient hij hier een plekje.
De mens
Fry is geboren in 1957. Tijdens zijn studententijd begon hij samen te werken met Hugh Laurie (tegenwoordig vooral bekend als dr. House) en schreven ze voor de studententoneelgroep ‘Footlights’. Na zijn studententijd acteerde hij in verschillende series (o.a. Black Adder). Bovendien was hij lang de presentator van het geweldige programma QI op de BBC waarin duidelijk werd dat hij heel veel weet. Daarnaast maakte hij verschillende documentaires, onder andere eentje over zijn eigen lijdensweg met een manisch-depressieve stoornis. Een talentvolle mens is hij dus zeker.
Maar we hebben het hier over zijn schrijfsels. Zijn eerste boek (roman) verscheen in 1992 en sindsdien schreef hij 7 romans naast 7 andere boeken (poëzie, autobiografieën, geschiedenis van klassieke muziek). Ik las al Mythos en Helden. En hij schrijft zoals hij spreekt, op zijn Engels (upperclass) vol humor en intellectueel. Ik raad ze zeker aan.
Schrijfroutine
Fry werkt best ’s morgens. Wanneer hij een specifiek werk moet afwerken, dan start hij om 6 uur met schrijven en blijft zitten tot in het midden van de namiddag. Dit evolueert met het schrijven, hoe langer hij schrijft hoe vroeger hij opstaat. Dat gaat naar 4 en zelfs 3 uur in de ochtend.
Schrijven is voor hem moeilijk. En een quote van Thomas Mann vindt hij fantastisch ‘een schrijver is een persoon voor wie schrijven moeilijker is dan voor anderen’. Deze quote bewijst voor hem dat hij een echte schrijver is want hij vindt het gewoon zeer erg lastig. In dit geval ben ik ook een schrijver…