Je kan ons niet achterlaten

Onderstaand verhaal stuurde ik in voor de Valentijnsprijs met als thema ‘ik vertrek’. De prijsuitreiking ging door op 11 mei. Ik won niet, en was ook niet één van de 15 verhalen die in een verhalenbundel terecht kwamen. Achteraf gezien is dit logisch. Mogelijk is dit wel een goed verhaal maar eigenlijk is het helemaal geen romantisch verhaal en dat was wel de doelstelling van de prijs. Ik deed mee omdat er een juryrapport werd beloofd en ondertussen kreeg ik dat ook. Onderaan het verhaal kan je terugvinden wat het rapport inhield.

Je kan ons niet achterlaten

Met een grote plof valt de lege koffer neer op het bed. Cindy staat even stil en draait haar hoofd naar de deur. Er is niets te horen.

Bij het openen van de reiskoffer komt de geur van vakantie haar tegemoet. Het ruikt naar zeewater, zand en zonnecrème. Dat was nog voor de geboorte van Jonas. Ze was net zwanger en René was dolverliefd op haar. Eindelijk was hun liefdesbaby onderweg. Maar zij was doodmoe, wilde alleen maar slapen. René sprong de hele tijd op om haar leven te vergemakkelijken. Voor haar maakte het alles alleen maar erger. Zij was niet blij met haar groeiende buik en hij werd alleen maar vrolijker, het was een rotvakantie. En sindsdien is het er niet beter op geworden. Haar energie is terug maar haar lijf is veranderd. Bovendien heeft zij geen zin in de baby terwijl René alleen nog maar aandacht heeft voor Jonas. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat is hij voor hem in de weer. Wanneer hij bij haar in bed kruipt, is hij uitgeput of doet hij toch alsof. Hij heeft haar al zes maanden niet meer aangeraakt. Ze schudt de gedachten uit haar hoofd en denkt aan Matthew, lieve Matthew. Hij is een paar jaar jonger dan zij en helemaal niet bezig met kinderen.Toen hij twee maanden geleden naar haar keek, voelde ze zich eindelijk weer vrouw. Hij is dol op haar blonde krullen, haar lange benen en haar volle lippen. Ze voelt zijn handen in haar nek, zijn lippen op de hare en ze kijkt al uit naar waar hij haar vanavond voor het eerst zal aanraken, de rillingen lopen over haar rug.

Uit de grote kleerkast vallen drie truien op de grond. Ze raapt er eentje op en gooit hem op bed naast de koffer. ‘Hmm, ik zal keuzes moeten maken.’ 
Wat neemt ze mee, wat laat ze hier achter? Een bikini, een extra jeans, vijf t-shirts, drie jurken, een rok en ondergoed. Haar sneakers zal ze aandoen, nog een hakje, pantoffels en haar korte bottines voor in de winter. Zou dat genoeg zijn? Ze haalt haar schouders op, als ze nog wat nodig heeft kan ze altijd bijkopen. De koffer is amper halfvol, is dit haar leven? Zijn dit de zaken die voor haar belangrijk zijn? Ze negeert het lege gevoel dat haar overvalt en loopt naar de badkamer. Onderweg houdt ze halt aan het tafeltje. Er staan twee foto’s. Op de éne staat ze helemaal alleen 10 jaar geleden op het toppunt van haar kunnen, zelfverzekerd lachend in de camera. De foto is genomen tijdens hun eerste reis samen. De andere is van recentere datum, zij met René en Jonas, René lacht. Ze neemt de eerste foto mee, de andere laat ze staan.

De klokradio geeft half twee aan, het is tijd om naar beneden te gaan. Boven aan de trap ademt ze diep in. Ze heft de koffer op die lichter is dan ze had verwacht. Toch stapt ze traag, voetje voor voetje, naar beneden. De deur naar de living staat op een kier. René zit in de zetel met Jonas in zijn armen. Hij wiegt hem heen en weer en wisselt af tussen gekke bekken en verliefde blikken. Het is een beeld dat haar zou moeten ontroeren maar haar lichaam reageert met misselijkheid. 

Ze recht haar rug en trekt de koffer achter haar de living in. 
Verstrooid kijkt hij op, dan een lach op zijn gezicht, ‘Ola, ga je op reis?’
Wanneer ze niet direct reageert, trekt hij zijn wenkbrauwen op, ‘Ga je echt op reis?’ Hij legt Jonas kraaiend in zijn park en dan kijkt hij haar vragend aan.

Nu ze voor hem staat weet ze niet meer wat ze ging zeggen. De klok geeft aan dat het nog twintig minuten duurt voordat Matthew eraan komt, ze is te vroeg naar beneden gekomen. ‘Ik vertrek.’
‘Hoe bedoel je? Je vertrekt?’ 
Ze haalt haar schouders op, ‘Zoals ik het zeg, ik vertrek.’ 
‘Waar ga je naar toe? Wanneer kom je terug?’
Ze schudt haar hoofd, ‘Ik kom niet terug.’

Jonas begint zachtjes te huilen. Op automatische piloot neemt hij de fopspeen van de salontafel en steekt hem in Jonas’ mond, zonder zijn ogen van haar af te wenden. ‘Hoezo je komt niet terug. Je moet toch ooit terugkomen? Je kan toch niet zomaar vertrekken?’

Ze blijven elkaar enkele seconden aanstaren en dan heft ze haar handen op in de lucht, ‘Ik kan dit niet René.’
Hij komt dichterbij, ‘Wat kan je niet?’ en neemt haar handen vast en leidt haar naar de zetel. 
Ze wijst in het rond, ‘Dit, ons, Jonas.’ 
‘Maar Cindy, dat meen je niet. Je bent een geweldige moeder. Het is natuurlijk allemaal nieuw en moeilijk, we moeten onze weg nog vinden. Je moet daarom niet weggaan. We kunnen hier toch over praten? Samen komen we er wel uit.’ Zijn blauwe ogen vullen zich met tranen en hij ziet er ineens heel erg breekbaar uit.
Cindy kijkt weg, ‘Neen we komen hier niet uit. Je hebt me al zes maanden niet meer aangeraakt. En dit is niet het leven dat ik wil.’

Alsof Jonas de spanning voelt, huilt hij nu hard, René haalt hem uit zijn park en legt hem troostend op zijn schouder, ‘Ik wou gewoon niet te snel gaan. Zo’n geboorte heeft een grote impact op het lichaam van een vrouw dus ik wachtte tot jij er klaar voor was.’ Hij geeft tikjes op de rug van het wenende kind dat even snel stopt met huilen als dat het begonnen was. Hij blijft zacht wrijven op zijn rug en kijkt haar vragend aan. Zij kijkt naar beneden, haar been wipt snel op en neer. Het duurt nog een kwartier, misschien zal hij wat vroeger zijn. 

‘Ben je dan niet gelukkig? Wat kan ik doen om je gelukkig te maken? Alsjeblieft Cindy, denk hier nog eens over na. Je kan ons niet achterlaten.’ Hij werpt een blik op het kind op zijn schouder, ‘Je kan Jonas toch niet achterlaten? Hoe moet hij verder zonder zijn moeder?’
Zijn smekende toon maakt het haar makkelijker. Er daalt een kalmte over haar neer, ze kijkt hem nu recht aan en de trilling is uit haar stem verdwenen, ‘Hij,’ en ze wijst naar de baby, ‘overleeft al zes maanden prima zonder mij en ik kan prima zonder hem.’

Hij opent zijn mond maar sluit hem terug, houdt de jongen stevig vast en zijn gezicht is verwrongen maar het doet haar allemaal niets. Verslagen laat hij zijn hoofd hangen, ‘Waar ga je naartoe?’
Ze kan niet vermijden dat er een lach op haar gezicht verschijnt, ‘Eerst gaan we op vakantie, twee weken Mallorca en daarna zien we nog wel.’
‘We?’ Er verschijnen rode vlekken op zijn hals, net onder zijn baard. 
Ze voelt de blos op haar wangen ‘Sorry René, ja we, ik ga weg met iemand anders. Het spijt me maar ik wil meer zijn dan een moeder en hij ziet dat ik meer ben dan alleen maar een moeder.’
Hij legt zijn handen op de oren van Jonas, ‘Alleen maar? Dit is het mooiste dat er is. We hebben er zoveel voor gedaan! Hij is het beste dat mij ooit is overkomen! Je kan hem niet achterlaten! Hoe moet ik hem dat ooit uitleggen? Je kan ons niet achterlaten.’ Hij laat zich vallen op de fauteuil.

De bel doet haar opspringen, ze neemt haar koffer en staat op enkele seconden aan de voordeur. Haar gezicht straalt wanneer ze de deur opent. 
Voor haar staat Matthew, hij kijkt naar zijn schoenen.
‘Matthew, ik ben zo blij dat je er bent!’ Ze wil hem een knuffel geven maar iets in zijn houding houdt haar tegen.
Hij schommelt op zijn benen, kijkt nog steeds niet op. ‘Cindy.’ 
De glimlach staat nog op haar gezicht maar haar stem verraadt nervositeit, ‘Wat is er aan de hand Matthew?’  
Hij kijkt achterom naar een auto waarin een vrouw naar hen kijkt. 
‘Wie is dat?’ En wanneer hij niet direct antwoordt, sist ze tussen haar tanden, ‘Wie is dat Matthew?’
Hij kucht, ‘Dat, dat is Melissa.’
‘Melissa? Jouw, jouw vrouw?’ Ze stamelt, ‘Waarom is zij hier?’ Er klinkt paniek in haar stem.
Hoewel zijn gezicht bijna volledig achter zijn baard, snor en zonnebril verborgen zit, ziet ze zijn wangen bloedrood worden. Hij knikt bijna onmerkbaar, ‘Euhm ja, mijn vrouw, ik heb haar verteld dat we ervandoor gingen.’

Cindy fluistert nu, ‘En waarom is ze hier? Waarom Matthew?’
‘Ze wou me niet laten gaan.’ Hij kijkt haar nog altijd niet aan.
‘Maar toch ben je gekomen?’ De hoop weerklinkt in haar stem.
‘Ja, ik wou het je zelf vertellen.’ Nu pas kijkt hij op, ‘Wij,’ en hij wijst naar zijn vrouw, ‘gaan op reis.’
Cindy’s mond valt open maar er komt alleen een klein piepje uit.
‘Sorry Cindy, ik moet ons huwelijk nog een kans geven. We hadden te weinig tijd voor elkaar de laatste maanden. Misschien dat deze reis is wat we nodig hebben.’
‘Onze reis?’ Haar stem slaat over.
Hij zet twee stappen achteruit, ‘Ja, sorry, maar ik betaal je natuurlijk terug.’
‘Het gaat niet over geld!’ Ze schreeuwt en achter hen gaat de deur open.
René steekt zijn hoofd in de gang, ’Sst, Jonas slaapt!’ 

Matthew kijkt met opengesperde ogen naar René en nu zet Cindy twee stappen achteruit.
‘Wie is Jonas?’
René sluit de deur naar de living en komt dichterbij, hij staat vlak achter haar, ‘Jonas, is haar 6 maanden oude zoon.’
Matthew kijkt van René naar Cindy naar René en terug naar Cindy, ‘Heb jij een zoon?’
‘Oh, heeft ze dat vergeten te melden? Ja ze heeft een zoon, een prachtige zoon,’ zijn stem breekt, ‘die ze nu achterlaat.’
‘Waarom heb je me daar niets over verteld?’
‘Had het een verschil gemaakt? Ging je dan niet met je vrouw op onze vakantie?’

Zijn vrouw toetert en zwaait agressief vanachter het autoraam.
Hij kijkt achterom, ‘Ik moet ervandoor.’ Hij probeert haar arm aan te raken maar ze trekt hem terug. Tegen René zegt hij, ‘Sorry ik wist het niet.’
Ze kijkt hem na wanneer hij in de wagen stapt.
René raakt haar schouder aan, ‘We kunnen echt gelukkig zijn samen, als je wil, zal ik er alles aan doen om jou ook gelukkig te maken.’ Hij geeft een kneepje in haar schouder en gaat terug naar de living.

Ze staart nog lang naar de lege plek die de auto van Matthew heeft achtergelaten. Ze sluit de voordeur en gaat naast haar koffer zitten op de koude grond in de gang.

Wanneer ze Jonas terug hoort huilen, staat ze op. De koffer weegt zwaarder bij het naar boven brengen. De kleren hangt ze terug in de kast, de drie gevallen truien plooit ze op en legt ze terug op de legplank. De foto bergt ze op in de schuif. Bij het tafeltje in de gang blijft ze even stilstaan, ze staart naar de foto van hun drieën en weet wat ze moet doen. Beneden gaat ze naast René in de zetel zitten die Jonas zijn flesje geeft, ze neemt zijn vrije hand vast en even zitten ze in stilte naast elkaar. Dan kijkt ze eerst naar Jonas en dan naar René, ‘Het spijt me. Ik weet niet hoe ik van hem moet houden. Ik weet niet hoe ik dit moet doen.’

Zijn ogen vullen zich terug met tranen, ‘Je doet het al heel goed, misschien moeten we hulp zoeken? Moeten we samen hulp zoeken? Ik wil alles doen om jou te helpen.’ Hij kijkt met een verliefde blik naar Jonas en dan naar Cindy ‘Ik wil alles doen om ons te helpen.’ Voor het eerst wordt ze niet misselijk van die blik en voelt ze een kriebel wanneer ze naar het slapende kwetsbare wezentje kijkt.

Die avond is Cindy diegene die Jonas in bed legt en bij hem blijft tot hij slaapt. René ligt nog wakker wanneer ze het bed in kruipt. Hij knuffelt haar en voor het eerst in 6 maanden voelt ze zich echt geborgen en geliefd. 

Juryrapport

Deze keer was het een echt juryrapport met feedback van 5 juryleden. Ik vond het een zeer fijn juryrapport met zowel positieve feedback als met terechte kritiek. De belangrijkste kritiek was dat het iets te ongeloofwaardig was en dat klopt ook wel. Het verhaal zou inderdaad beter uitgewerkt kunnen worden in een langer verhaal waardoor de emoties van alle personages beter uitgewerkt en langzamer zouden kunnen evolueren. Nu gaat het allemaal wel snel van ‘we gaan scheiden’ naar ‘we leefden nog lang en gelukkig’. Het was ook wel fijn dat ze allemaal de schrijfstijl goed vonden. Dus op naar het volgende!

2 Reacties on “Je kan ons niet achterlaten

  1. inderdaad niet romantisch 🙈, maar wel goed geschreven 👍, de inhoud blijft me altijd verbazen 😉

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *