Vorig jaar (28 november 22) schreef ik een blog over hoe ik dacht dat ik een boek zou schrijven. Ondertussen heb ik twee eerste (of nul)versies van een boek geschreven, en is het tijd voor een update. Want wat blijkt, ik werk niet zoals ik toen had voorspeld (verrassing!).
Pantser?
Waar ik dacht iets tussen een plotter en pantser in te zijn, blijk ik overduidelijk een pantser. Ik schreef het al in die blog eind november, vroeger begon ik met schrijven en dan liep ik vast. Duidelijk pantsergedrag. Hoewel dat ondertussen wel iets gestructureerder probeer te werken door een plot en enkele personages uit te denken, word ik dat al snel beu. Dus begin ik dan te schrijven. Ik schrijf een verhaal dat met haken en ogen aan elkaar hangt waar vanalles in gebeurt, meestal zaken die niet logisch zijn. Tussendoor zoek ik af en toe iets op. Voor de herwerking is dat redelijk dramatisch, merkte ik bij boek 1. Verhaallijnen kloppen niet, tijdlijnen kloppen niet en zelfs het dorp waarin zich alles afspeelt heeft drie verschillende namen gekregen doorheen het boek.
Bij mijn tweede boek had ik een lichtjes andere aanpak. Ik schreef wel gewoon door maar na ieder hoofdstuk schreef ik alle gebeurtenissen op. De bedoeling was om een mooi overzicht te krijgen van de verschillende plotlijnen maar op het einde had ik gewoon een excellijst met een gedeeltelijk (want af en toe “vergat” ik de lijst aan te vullen) overzicht van het boek. Het hielp me wel om zicht te houden op de tijdlijn. Het weekend kan niet starten midden in de week en dat risico bestaat al eens als ik dat niet bijhoud. Elk personage dat ik creëerde, noteerde ik ook apart. Want het zal je misschien verbazen maar je kan al eens namen, geslachten of uiterlijkheden van personages vergeten als het een paar hoofdstukken geleden is dat je er iets over schreef.
Uiteindelijk heb ik een afgewerkt verhaal dat ooit een boek zou kunnen worden. Het belangrijkste resultaat is dat ik de personages een beetje ken.
Fase 2
En in tegenstelling tot eerder gedacht, print ik die eerste nulversie die niemand anders ooit zal lezen, dan al af. Ik merk dat ik de papieren versie nodig heb om het hele verhaal te kunnen doorlezen. Dus dat doe ik dan ook nadat ik het boek even heb laten liggen. Bij het eerste boek (Maggie’s erfenis) maakte ik de fout dat ik al zinnen verbeterde in die eerste lezing. Ik denk dat ik daardoor ook vastliep in de revisie. Er klopten te veel grotere dingen niet terwijl ik al zinnen aan het herschrijven was.
Bij het tweede boek, heb ik het gewoon doorgelezen en al kleine zaken genoteerd op een ander blad papier, zaken die niet klopten in de tijdslijn of in het verhaal. Dan las ik hoofdstuk per hoofdstuk en maakte ik in bulletpoints een overzicht van wat er in dat hoofdstuk zou moeten gebeuren.
Daarna schreef ik de synopsis van het volledige verhaal, dit wil zeggen een samenvatting van wat het grote verhaal en eventueel subplots zijn.
En pas als ik het verhaal op die manier duidelijk had in hoofdstukken en een overzicht van het hele verhaal, startte ik met het herschrijven van de tweede versie.
Fase 3
Een tip die ik onlangs leerde in een boek over schrijven, en toepaste in die revisie, zei dat je een tweede versie volledig herschrijft, niet met wijzigingen bijhouden in de bestaande tekst maar volledig van een blanco pagina beginnen. Op die manier kan je ook de zaken die je wil wijzigen vlot in de tekst verwerken. Dat is veel moeilijker als je vertrekt van bestaande zinnen, die ook nog eens niet de juiste richting in gaan.
Dus dat deed ik met mijn tweede boek. Met resultaat. Het schrijven van de tweede versie gaat veel vlotter. Doordat ik weet wat er in elk hoofdstuk moet komen, komen de woorden vlot op papier. En af en toe kijk ik terug naar de eerste versie om te zien hoe ik daar sommige zaken omschreef maar het merendeel van de tijd schrijf ik gewoon nieuwe woorden.
Fase 4
Deze tweede versie is nog lang niet perfect maar aangezien het boek eind deze maand ingediend moet worden voor een wedstrijd, was er geen tijd meer om het te laten nalezen door iemand. Maar dit wordt dus de volgende fase. Ik heb alvast volgende vragen voor hen: welke stukken zijn saai? Wanneer klopt iets niet? Welke stukken zijn leuk? Rare zinnen of foute woorden mogen uiteraard ook aangeduid/gemeld worden.
Ik wil het daarna ook nog eens lezen en dan alle feedback verwerken in een derde versie. Die derde versie zou ik dan nog één keer zelf (luidop) nalezen om per regel de tikfouten en fouten in zinsconstructies oplossen. En misschien kan ik dan de vierde versie laten nalezen door een professionele redacteur.
Conclusie
Als pantser, heb ik een eerste slordige versie nodig om ideeën te verwerken en om de personages, de context van het verhaal te leren kennen. Daarna ga ik iets gestructureerder te werk. Het doel is nu om voor het eerste boek hetzelfde proces te doorlopen maar dan met minder tijdsdruk. In november wil ik dat boek herlezen en in bulletpoints noteren wat er in elk hoofdstuk moet komen. Tegen eind november wil ik dan aan het herschrijven zijn met de bedoeling om eind december-begin januari de tweede versie klaar te hebben.
Mocht het boek in de wedstrijd iets worden dan laat ik het hier zeker ook weten. Wordt het niets (die kans is groter…) dan publiceer ik hier wel eens een hoofdstuk of zo.