Ik heb ondertussen 4 kortverhalen gepubliceerd op deze blog, waarvan één zeer kort verhaal. Vandaag deel ik graag mijn eerste ervaringen met deze uitdaging om er iedere maand eentje te schrijven.
Wat is een kortverhaal?
Voordat we starten, lijkt het me nuttig om het kortverhaal te definiëren. Het klinkt vanzelfsprekend, een kortverhaal is een verhaal dat kort is.
Er is echter heel veel discussie over hoe kort een kortverhaal is of moet zijn. Er zijn de zeer korte verhalen zoals het verhaal van deze maand: 100 woorden. Maar er zijn ook de zeer lange kortverhalen oftewel novelles die qua lengte zo’n 20.000 woorden kunnen omvatten. Dat zijn nog geen romans maar ook niet echt meer superkorte verhalen, iets tussenin dus.
Naast het aantal woorden is ook de inhoud van een kortverhaal specifiek. Ik las onlangs het boek ‘Kortverhalen schrijven’ (van Ton Rozeman) en daarin werd een kortverhaal treffend vergeleken met een foto. Net als bij een foto zie je in een kortverhaal een klein stukje van een gebeurtenis. Je ziet niet wat er buiten beeld gebeurt. Een kortverhaal zou zich bovendien moeten beperken tot één locatie en mag maar een beperkt aantal personages hebben (2 maximum 3). Daarnaast heeft een kortverhaal niet zoveel aan uitgebreide introductie. Het is altijd de bedoeling om zo snel mogelijk midden in de actie, in het verhaal te zitten.
Mijn ervaring met kortverhalen
1. Aantal woorden
Voor deze blog heb ik als doelstelling om iedere maand één verhaal te schrijven van maximaal 1500 woorden. Dit is een beetje een willekeurig aantal maar ook weer niet. Ik vind dat net genoeg om een verhaal te vertellen en het duurt niet te lang om te lezen (ik wil niemand vervelen…). Door mezelf deze beperking op te leggen, leer ik enkel het noodzakelijke op te nemen in mijn tekst en dat werkt.
2. Inspiratie
Elk kortverhaal begint met een verhaal. Mijn inspiratie voor deze verhalen is niet veel anders dan bij langere verhalen en is sterk afhankelijk van verhaal tot verhaal. Soms heb ik ineens een inval, bijvoorbeeld een beeld of een personage of een openingszin maar vaak moet ik ook gaan zoeken naar een thema om een verhaal rond te vertellen.
Bij het eerste kortverhaal, Weduwe to be, begon het nadat ik ergens een artikel had zien passeren van iemand die op het ziektebed trouwde met de liefde van zijn of haar leven. Toen dacht ik wat als je zo’n aanzoek krijgt als partner van en helemaal niet zo enthousiast bent. En zo ontstond het verhaal.
Het tweede verhaal, taart met aardbeien, vertrok eigenlijk vanuit een insteek volgend op het eerste: na zo’n anti-liefdesverhaal wou ik het verhaal vertellen van een bejaard koppel dat al 70 jaar getrouwd was. Terwijl ik het aan het schrijven was, merkte ik dat dat geen verhaal was: “die mensen zijn oud en lang getrouwd en nog altijd verliefd – einde”. Het heeft geduurd tot een week voor publicatie voor ik het licht zag en ineens een idee had om er een verhaal van te maken.
Bij het derde verhaal, Een dodelijk pakketje, was ik vertrokken van een eerste zin-generator. Die eerste zin was ‘Het begon met een onverwachte ontmoeting op een filmset’. Wanneer je nu het verhaal leest, vind je van die eerste zin niets meer terug. Het verhaal heeft zich helemaal anders ontwikkeld dan verwacht. De eerste versie speelde zich effectief op een filmset af maar het werd te ingewikkeld: te veel locaties, te veel personages. Ik liep hier vast om er een kort verhaal van te maken, moest er veel te veel achtergrond bijslepen. Om het op één locatie te krijgen (cfr. hierboven) en een “foto” te kunnen tonen met weinig personages is het uiteindelijk geworden wat het nu is.
Het meest recente (zeer kort) verhaal is ingediend voor een wedstrijd waarbij een thema is meegegeven, namelijk ‘Stroom’. En dat vind ik eigenlijk het makkelijkste: een thema waarbij je dan in het wilde weg kan fantaseren.
3. Planning
De bedoeling is om het kortverhaal te schrijven in de maand voorafgaand aan de publicatie. De planning voor het kortverhaal van maart (1 maart 2023) was bijvoorbeeld: op 30 januari versie 1, op 6 februari een tweede, een derde op 15 februari en een websiteversie op 18 februari. Het weekend voor publicatie is er dan een laatste lezing.
In realiteit verliep dit tot nog toe als volgt: een eerste idee werd genoteerd in het weekend van 29 januari. Op 4 februari volgde dan een eerste aanzet van verhaal. Daarna schreef ik iedere dag zo’n 300 à 400 woorden tot en met 6 februari. Tegen 6 februari had ik dan een eerste versie (1341 woorden) van iets dat op een verhaal lijkt. Afgelopen weekend maakte ik een tweede versie. Vandaag ben ik nog niet 100% tevreden over het verloop van het verhaal. Het zal de komende weken nog een paar keer worden aangepast. Ik hoop dat er iets leesbaars verschijnt op 1 maart
Mijn eerste ervaringen
Een kortverhaal schrijven, blijkt op zich niet zo moeilijk voor mij. Het lastigste is om een goed verhaal te vinden. Het schrijven zelf loopt redelijk vlot. Er is altijd een stressmoment omdat ik mijn timing bij de kortverhalen niet kan volgen. Ik ben afhankelijk wat mijn inspiratie en moet erop te vertrouwen dat het verhaal uiteindelijk wel komt. Tot nu toe is het altijd goed gekomen net op tijd voor publicatie. Het verhaal beperken tot 1500 woorden lukt me meestal makkelijk. Enkel in het verhaal van januari was het nipt (1463 woorden), de andere waren ruim korter. De tip die mij het meeste helpt, is het verhaal zien als een foto of schilderij. Hierdoor slaag ik erin om het ‘klein’ te houden en enkel het relevante te vertellen.
Deze blog helpt me effectief om voldoende te schrijven en de deadline helpt ook om iets “af” te hebben. Zonder de blog zou ik de kortverhalen nog tig keer nalezen en herwerken en zouden ze nooit klaar zijn. Het geeft me ook de mogelijkheid om verschillende dingen uit te proberen. Ik hoop in de komende maanden ook eens een ander genre dan liefdesverhalen in de wereld te gooien We zullen zien of dat lukt…