Eén van de belangrijkste taken als schrijver van fictie is het creëren en beschrijven van personages. Een personage speelt een grote rol in de kwaliteit van een verhaal. Het moet herkenbaar zijn, de lezer moet het gevoel hebben dat het iemand is die echt zou kunnen bestaan. Bovendien is het daarbij cruciaal dat de personages van elkaar te onderscheiden zijn. Ieder personage moet een eigen herkenbare ‘stem’ hebben.
Hoe bedenk je een personage?
Een personage kan gewoon tot de schrijver komen in één of andere goddelijke openbaring. Mij lijken dat eerder de uitzonderingen. Wat wel kan gebeuren is dat je iemand nieuw ontmoet en direct een verhaal ziet ontstaan. Stel je bijvoorbeeld een heel gestructureerd persoon voor die alles op zijn plek wil. Als je die persoon dan voorstelt in een zeer chaotische omgeving, kan er iets bijzonders ontstaan. Et voilà het begin van een verhaal.
Bij mij gaat het meestal anders, ik heb het begin van een verhaal of een situatie of gewoon een zin. De personages komen pas daarna. Het personage uitwerken vind ik één van de moeilijkere dingen. Meestal heb ik een zeer vaag beeld van het personage. Ik heb niet alle details in mijn hoofd. Ik weet vaak niet hoe ze eruit zien, hoe ze bewegen, wat de drijfveren zijn, enzovoort. Om te verbeteren in het vormgeven van een personage, probeer ik een aantal zaken uit in mijn schrijfsels.
Een personage leren kennen
Het is niet alleen de lezer die een personage moet leren kennen, ook als schrijver is dat een opdracht. Er zijn heel veel sjablonen en voorbeeldfiches beschikbaar om daarbij te helpen. Dat gaat van uitgebreide vragenlijsten waarin je elk detail van het leven van het personage en elk ingegroeid haar beschrijft tot een een naam met foto.
Ik zoek een middenweg. Dat betekent dat ik geen ellenlange interviews afneem van een hoop onbestaande mensen. Ik zoek een naam, een uiterlijk of een foto waarvan ik denk daar lijkt hij of zij waarschijnlijk op. En daarna creëer ik een beetje achtergrondverhaal. Voor elk hoofdpersonage probeer ik ook 3 vragen te beantwoorden. Ze zijn gepikt vanuit de ‘Save the Cat’-outline en ze zouden het personage interessant, memorabel en herkenbaar moeten maken:
1) Wat is het probleem van het personage? Wat is zijn of haar gebrek? Vbn: lui, egoïstisch, verwend, etc.
2) Wat wil het personage? Vbn: rijk worden, verliefd worden, beroemd zijn, etc.
3) Wat heeft het personage nodig? Vbn: hij wil rijk worden maar eigenlijk moet hij de liefde vinden of zoiets.
Ik heb dit een eerste keer uitgeprobeerd bij Boek 5 en wat blijkt? Ik maak de fiches van alle hoofdpersonages, begin te schrijven en vergeet dan dat ik die fiches heb geschreven. Nuttig werk dus… Alhoewel, dat is niet helemaal waar. Af en toe ga ik terug kijken om te weten welke familienaam ik nu weer gegeven had of welk kleur ogen. Ergens voelt het aan alsof ik door de fiches het personage wel beter ken maar ik gebruik ze duidelijk niet frequent. Ik weet wel dat als ik geen voorbereiding heb, dat ik dan verloren loop. Ik vergeet namen van personages en geef ze halfweg een andere naam, of de blonde god heeft ineens roetzwart haar, enzovoort. Het heeft op zich wel een meerwaarde maar ik ben zoekend om te weten welke informatie ik best in die fiches zet.
Conclusie
Personages zijn belangrijk. Soms dragen ze het hele verhaal. Ze moeten herkenbaar zijn maar ook niet te herkenbaar want dan kunnen ze heel saai zijn. Want laat ons eerlijk zijn, de meeste mensen zijn maar heel gewoon. En wie wil nu over gewone mensen lezen? Ik ben nog niet overtuigd van mijn kwaliteiten om sterke personages te schrijven. Ik heb het gevoel dat ze meestal nogal vlakjes zijn maar je weet wat ze zeggen, oefening baart kunst (daarom geen goede kunst, maar geloof is het begin van alles). Voor Boek 1 heb ik 7 hoofdpersonages dus ik probeer mijn personagefiches voor hen zo goed mogelijk in te vullen. We zullen zien of dat iets oplevert.