Eén van mijn ontdekkingen de afgelopen maanden is dat schrijven = woorden tellen. Gelukkig doen computerprogramma’s al het telwerk voor mij. Ik moet alleen de woorden tikken en de computer zegt hoeveel ik er vandaag al tikte, hoeveel er in het document zitten en hoeveel er in het totale project zitten. Met andere woorden statistiekjes! En daar wordt een mens, toch een mens als ik, vrolijk van.
3 redenen om woorden te tellen
1. Genre
Ieder genre heeft zijn aantal woorden dat als ‘normaal’ beschouwd wordt in de (klassieke) publicatiewereld. Een boek van meer dan 100.000 woorden blijkt veel te lang voor de meeste genres (met uitzonderingen voor fantasy en science fiction). Meestal ligt een gemiddelde roman blijkbaar tussen de 50.000 en 90.000 woorden want dan kom je op een boek van zo’n 200 tot 360 pagina’s (250 woorden per pagina). Een goed leesbaar en hanteerbaar boek dus. En aangezien je meestal niet schrijft op ‘boekpagina’s’ maar in een tekstverwerker, zijn woorden een beetje de kapstok om te weten hoever je staat en of je nog veel moet schrappen of bijschrijven om een écht boek in handen te hebben.
2. Progressie en motivatie
(Ik weet dat dit twee redenen zijn maar voor mij horen ze bij elkaar…)
Als je woorden telt, dan zie je vooruitgang. Tot nog toe bestaat dit blogbericht bijvoorbeeld uit 227 woorden. En dat is fijn om te zien: er komen woorden bij. Je kan zo zien hoeveel woorden je in een bepaalde schrijfsessie geschreven hebt en dat vergelijken met vorige sessies. Het helpt mij ook om te plannen: als je weet hoeveel woorden er in je boek moeten komen, dan kan je berekenen hoeveel woorden je elke dag moet schrijven om het boek af te hebben tegen een bepaalde datum. En dat is voor mij een middel om elke dag een aantal woorden te schrijven. Mensen zien graag cijfertjes als bewijs van hun inspanningen en schrijvers – ik toch – zijn niet anders.
Online kan je verschillende vlogs volgen van (to be) auteurs en elk van hen zal regelmatig vertellen hoeveel woorden ze geschreven hebben op een bepaald moment, in een bepaald project, enzovoort. De zogenaamde schrijfprints (meer hierover in de blog van 12 december) ondersteunen dit tellen ook. Het zijn momenten waarop schrijvers online (offline bestaan ze ook maar deze zijn beperkt) samen komen en afspreken om ‘sprints’ te doen. Geen letterlijke loopsprints maar schrijfsprints. Tijdens zo’n online sessie is er eerst wat gebabbeld via de chat waarna een timer (ergens tussen 10 en zelfs 90 minuten meestal 25) start. Iedereen werkt tijdens die timer geconcentreerd aan een project. Op het einde van de timer, vertelt iedereen hoeveel woorden er op het papier geschreven zijn en zo motiveren schrijvers van over de hele wereld elkaar.
3. Beperking
Soms is het tellen van woorden ook een manier om de lengte van een verhaal te beperken, zoals bijvoorbeeld uitgevers die geen boeken willen uitgeven van nieuwe schrijvers die meer dan 100.000 woorden tellen. Maar vooral in wedstrijden is het woordenaantal vaak relevant. Bij kortverhalen is dat zeker fundamenteel want hoe lang kan/mag een kort verhaal zijn?
Mijn woorden
Ik vind woorden tellen geweldig. Vooral omdat het mij motiveert en het mij een kapstok geeft om te plannen. Ik kan beslissen om iedere week een vast aantal woorden te schrijven of op één dag een aantal woorden vastleggen en zo vooruitgaan in mijn verhaal, mijn boek, enzovoort. Een verhaal vertellen binnen een beperkt aantal woorden vind ik ook een heerlijke uitdaging. Het doet nadenken over de woorden die echt nodig zijn voor het verhaal.
Nanowrimo dat nu loopt is hét voorbeeld van woorden tellen: deelnemers proberen in één maand een roman te schrijven van 50.000 woorden. Iedere dag breng je op de website in hoeveel woorden je die dag schreef en in ruil krijg je een grafiekje met je vooruitgang en af en toe een ‘badge’ omdat je een mijlpaal gehaald hebt. (zie de blog van 5 december) En dat vind ik heerlijk.
Schrijven is dus ook tellen!
Vrolijk van statistiekjes 😱😱😬